zaterdag 29 maart 2014

Wel of niet: voorlopig koopcontract inschrijven bij Kadaster

Wist u dat u zelf een ‘voorlopig’ koopcontract kunt inschrijven bij het Kadaster? In juridische termen heet dit Vormerkung. U wordt hierdoor geen eigenaar, dus de vraag is: “Waarom zou ik dit doen?”

Wij raden u aan om zelf een koopcontract in te schrijven als een van de volgende situaties zich voordoet:

U bent bang dat de verkoper het pand nog een keer aan iemand anders verkoopt. Door de inschrijving bij het Kadaster is in ieder geval duidelijk dat u de koper bent.

U denkt dat een schuldeiser van de verkoper mogelijk beslag gaat leggen op het pand. Door de inschrijving gaat uw kooprecht vóór het beslagrecht.

U vermoedt dat de overheid haar voorkeursrecht tot koop gaat neerleggen. Door de inschrijving hoort uw kooprecht voor te gaan.

Er zijn nog meer voordelen te bedenken. Er is echter ook een aantal redenen te bedenken waarom ‘voorlopige’ koopcontracten niet altijd worden ingeschreven.

Het inschrijven bij het kadaster kost geld. De werking van de inschrijving is zes maanden. Dit betekent dat er niet méér tijd mag zitten tussen het tekenen van het voorlopige koopcontract en het tekenen van de leveringsakte.

Elke situatie is anders. Daarom raden wij u aan om contact met ons op te nemen, zodat we u kunnen adviseren over het gehele aankoopproces van uw woning. Daarbij komt het inschrijven bij het Kadaster ook aan bod.


- Pascal de Roo gebruik makend van bron: notaris Heemskerk -

Belastingvrije schenking van € 100.000

U mag zoveel geld aan kinderen, andere familieleden of aan derden schenken als u wilt. Echter, wie de regels van het schenken kent, betaalt het minst aan schenkbelasting.

Daarnaast is het belangrijk om de gevolgen van uw schenking op langere termijn te overzien. De overheid heeft tijdelijk, van 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015, de vrijstelling van schenkingen verhoogd tot 100.000 euro. U mag dus een ton aan uw kinderen schenken, zonder dat u daarover schenkbelasting betaalt.

De regeling is nog verder versoepeld: U mag aan iedereen deze schenking doen. Maar, dit bedrag moet dan wel gebruikt worden voor de aanschaf van een woning, voor de verlaging van de restschuld van de woning of de verbouwing daarvan. Enkelen van u zullen van deze nieuwe regeling gebruik willen maken. Hoe en wat? Neem contact met onze adviseurs op...

woensdag 26 maart 2014

Zonnepanelen vaak niet goed bevestigd

Een ophangsysteem voor zonnepanelen moet op een hellend dak altijd direct of indirect aan het constructieve deel van het dak(gording) worden bevestigd, al dan niet via de zogenoemde tengel. In de woningbouw, waar huizen vaak voorzien zijn van hellende daken, worden uit kostenoverwegingen ophangsystemen voor zonnepanelen vaak op een panlat of op het dakbeschot bevestigd.

Dit is risicovol omdat de panlat en het dakbeschot geen constructieve onderdelen van het dak zijn en daardoor de krachten die optreden door het eigen gewicht of de windbelasting van het zonnepaneel niet aankunnen. Dit kan leiden tot schade en onveilige situaties waarbij er delen van het dak kunnen vallen.

Dit risico wordt steeds groter omdat steeds meer huiseigenaren ervoor kiezen om stroom en/of warm water met behulp van zonne-energie op te wekken. TNO adviseert daarom huiseigenaren en bouwbedrijven om bij de montage van zonnepanelen alleen een montagesysteem te (laten) gebruiken dat direct of indirect aan het constructieve deel van het dak wordt bevestigd. Deze veilige alternatieven zijn in de markt beschikbaar.

Panlatten, tengels en dakbeschot
Panlatten zijn niet geschikt om dergelijk systemen aan te bevestigen. De sterkte en kwaliteit zijn vaak niet bekend en zijn uitsluitend geschikt voor het dragen van dakpannen. Het bevestigen van relatief zware zonne-energieproducten, waarbij de belasting vaak geconcentreerd aangrijpt, levert een groot risico op het breken van de lat. Panlatten zijn over het algemeen met nagels bevestigd aan de tengels. Ook die verbinding is niet berekend op de andere krachten dan het dragen van pannen, ook al zijn de tengels zelf goed bevestigd aan het constructieve deel van het dak. Afhankelijk van het soort dakbeschot kan of mag aan het dakbeschot(of plaat) geen directe sterkte worden ontleend. Bij een massiefhouten dakbeschot is dit geen probleem. Echter bij een dakbeschot van spaanplaat of een ander plaatmateriaal, is het zeer twijfelachtig of deze de extra belasting kunnen dragen.



- Pascal de Roo gebruik makend van bron: TNO -

vrijdag 21 maart 2014

Meer woningen 'onder water'

Ruim 1,4 miljoen huishoudens hadden begin 2013 een fiscale hypotheekschuld die hoger was dan de waarde van de eigen woning. Een jaar eerder waren dit er nog 1,1 miljoen. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Sinds eind 2008 is aantal huizen dat onder water staat bijna verdrievoudigd. Begin vorig jaar bedroeg de onderwaarde gemiddeld € 62.000.

Op 1 januari 2013 bezaten bijna 4,3 miljoen huishoudens een eigen woning. Van hen had het merendeel -83%- een hypotheekschuld. Bij een groeiende groep overstijgt de fiscale hypotheekschuld de waarde van het huis, zo constateert ook het CBS, om daar aan toe te voegen dat er bij de onderwaarde geen rekening is gehouden met opgebouwde tegoeden bij spaar- en beleggingshypotheken.

Begin 2008 was nog bij 13% van de eigenwoningbezitters sprake van onderwaarde, begin 2013 was dat 34%. Ook het bedrag van de onderwaarde is gestegen: begin 2013 ging het gemiddeld om € 61 duizend per huishouden, tegen € 52.000 begin 2012.

Overwaarde
Daar staat tegenover dat 2,1 miljoen huishoudens begin 2013 nog een overwaarde hadden, bijna de helft van de groep woningeigenaren. Op 1 januari 2008 ging het nog om bijna driekwart -73%- van de eigenwoningbezitters. 720.000 huishoudens hadden begin vorig jaar geen hypotheekschuld. Dit aantal is van 2008 tot 2011 met ongeveer 170 duizend toegenomen en is sindsdien stabiel.

Restschuld
Bij ruim twee derde van de huishoudens met een woning met onderwaarde is de eigenaar jonger dan 45 jaar. De woningen vaak vlak voor de crisis gekocht en navenant is er nog niet veel van de hypotheekschuld afgelost. Het risico op restschuld bij gedwongen verkoop is volgens het CBS bij deze groep het grootst. Bij oudere huishoudens speelt dit nauwelijks. Begin 2013 had bijna 45% van de 65-plussers met een eigen woning geen hypotheekschuld en was slechts bij 3% sprake van onderwaarde.


- Pascal de Roo gebruik makend van bron: AMsignalen -