zaterdag 24 december 2011

Rutte: Wij komen niet aan aftrek hypotheek

Mark Rutte. © ANP

Het kabinet staat nog altijd pal voor de afspraak dat er niet getornd wordt aan de hypotheekrenteaftrek. Die afspraak maakten VVD en CDA met de PVV bij het aantreden van het kabinet. 'Die afspraak staat', zegt premier Mark Rutte. 'Niemand heeft het in het vizier.' 

De roep om wel iets aan de hypotheekrenteaftrek te doen is de laatste tijd fors toegenomen. Onder meer De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten pleiten voor aanpassing. Eerder deden internationale organisaties het IMF en de OESO dat al. Zij wijzen er op dat de Nederlanders samen een enorme hypotheekschuld hebben van 644 miljard euro.

Daar staat een woningwaarde van zo'n 1100 miljard euro tegenover, maar die daalt. Bovendien moet het kabinet volgend voorjaar besluiten over nieuwe bezuinigingen van waarschijnlijk tussen de 5 en de 10 miljard euro. Vicepremier Maxime Verhagen gaf onlangs aan dat er dan geen heilige huisjes meer zijn. Maar volgens Rutte was dat geen verwijzing naar de hypotheekrenteaftrek, zo laat de premier weten in een interview met De Telegraaf vandaag.

(ANP/Redactie)

donderdag 22 december 2011

Betaalbare huurwoning steeds moeilijker te vinden

Het wordt steeds moeilijker om een betaalbare huurwoning te vinden. Een huurwoning komt tegenwoordig gemiddeld pas na 13 jaar vrij. Dat meldde het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV).
Het aantal huurwoningen van corporaties dat vrijkomt daalt al jaren. Vorig jaar ging het nog slechts om 7,9 procent van de woningen. ''Het wordt daardoor vooral voor starters binnen de doelgroep van lagere inkomens steeds moeilijker om financieel passende woonruimte te vinden'', waarschuwde het fonds. Vooral in en rond Amsterdam en Utrecht is het moeilijk om een huurwoning te vinden.
Bovendien komen er steeds minder nieuwe woningen bij. In 2010 daalde het aantal opgeleverde huurwoningen landelijk met bijna 16 procent. Het aantal nieuwe koopwoningen nam dat jaar zelfs met bijna 40 procent af. Slechts een deel van de krimp in nieuwbouw komt voor de rekening van de corporaties. Het aantal huur- en koopwoningen dat woningcorporaties realiseerden, daalde in 2010 met respectievelijk 7 procent en 22 procent.
Bron: ANP, 22-12-2011

maandag 12 december 2011

De wettelijke bedenktijd, hoe zat dat ook alweer?

De bedenktijd duurt minimaal drie dagen en begint op de dag die volgt op de dag dat (een afschrift van) de tussen partijen opgemaakte akte aan koper ter hand is gesteld. De bedenktijd eindigt tegen 24.00 uur van de laatste dag die van de bedenktijd deel uitmaakt. Het is dus niet van belang hoe laat de koper het afschrift van de akte heeft ontvangen. Onderop zetten wij nog eens neer hoe dat dan bijvoorbeeld werkt met de komende feestdagen. Omdat de algemene termijnenwet van toepassing is, kan de bedenktijd langer duren dan drie dagen. Op grond van deze wet wordt een termijn: • die eindigt op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag, verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is; • zonodig zoveel verlengd dat daarvan tenminste twee dagen deel uitmaken die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is. Koopakte ter hand gesteld op: Bedenktijd eindigt op: Bedenktijd bedraagt: Maandag Donderdag drie kalenderdagen Dinsdag Vrijdag drie kalenderdagen Woensdag Maandag vijf kalenderdagen Donderdag Maandag vier kalenderdagen Vrijdag Dinsdag vier kalenderdagen Zaterdag Dinsdag drie kalenderdagen Zondag Woensdag drie kalenderdagen Voor de berekening van de bedenktijd worden als algemeen erkende feestdagen aangemerkt of daarmee gelijkgesteld: • de Nieuwjaarsdag • de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag • de beide Kerstdagen • de Hemelvaartsdag • de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd • de vijfde mei • de Goede Vrijdag Voor de aankomende feestdagen geldt het volgende: Koopakte ter hand gesteld op vrijdag 23 december - bedenktijd eindigt op woensdag 28 december 2011. De bedenktijd bedraagt 5 kalenderdagen (=2 werkdagen. Koopakte ter hand gesteld op vrijdag 30 december - bedenktijd eindigt op dinsdag 3 januari 2012. De bedenktijd bedraagt 4 kalenderdagen (=2 werkdagen).

dinsdag 29 november 2011

Tijdelijke verhuur woonruimte


Momenteel staan er veel woningen te koop. Veel mensen hebben zelfs in deze tijd al een nieuwe woning gekocht, terwijl de oude woning nog niet verkocht is. Eigenaren zijn veelal op zoek naar middelen om de dubbele lasten te drukken. Als mogelijke optie om de kosten te drukken komt al snel de tijdelijke verhuur ter sprake.

De vraag is of het verstandig is om een te koop staande woning tijdelijk te verhuren. Het huurrecht bevat immers veel dwingend recht.

Het huurrecht woonruimte

De eerste vraag die van belang is, is wat er nou eigenlijk onder de huur van woonruimte wordt verstaan. Er is sprake van huur indien er woonruimte ter beschikking wordt gesteld tegen een bepaalde vergoeding. De naam die partijen de overeenkomst geven is niet bepalend voor de kwalificatie huur, het gaat om de inhoud van de overeenkomst.

Het huurrecht woonruimte is opgenomen in de artikelen 7:232-7:282 Burgerlijk Wetboek (BW). Het huurrecht beperkt de contractvrijheid bij verhuur van woonruimte aanzienlijk, omdat het huurrecht woonruimte grotendeels bestaat uit dwingend recht. De beperking van de contractvrijheid is bedoeld om de economisch zwakkere partij, de huurder, te beschermen. Dwingend recht is lang niet altijd door iedereen gewenst. Volgens vaste jurisprudentie valt dwingend huurrecht niet eenvoudig te ontwijken. Ontwijkingsconstructies zijn al gauw aanvechtbaar en sneuvelen dan ook door een rechterlijk oordeel dat er toch sprake was van huur.


Huurbeëindiging

Huurovereenkomsten woonruimte kunnen slechts eindigen door:

-       opzegging

-       ontbinding door de rechter

-       beëindiging met wederzijds goedvinden

De opzegging van huurovereenkomsten woonruimte is wettelijk geregeld in art. 7:271 t/m 282 BW. In art. 7:282 BW is expliciet opgenomen dat van deze artikelen niet ten nadele van de huurder kan worden afgeweken.

Opzegging

Huurovereenkomsten dienen altijd te worden opgezegd. In tegenstelling tot wat veel mensen denken geldt dit ook voor huurovereenkomsten die voor bepaalde tijd zijn aangegaan. Het afspreken van een bepaalde termijn heeft dus slechts de beperkte strekking dat die aangeeft wanneer er op zijn vroegst kan worden opgezegd.

De opzegtermijn voor de huurder is afhankelijk van de betaaltermijn en bedraagt in de praktijk meestal 1 maand, de opzegtermijn voor de huurder kan maximaal 3 maanden zijn. De verhuurder heeft het 1e jaar een opzegtermijn van minimaal 3 maanden, het 2e jaar een opzegtermijn van 4 maanden, het 3e jaar 5 maanden en daarna een opzegtermijn van 6 maanden.

De verhuurder die de huur wil opzeggen moet, op straffe van nietigheid, de gronden vermelden die tot de opzegging hebben geleid. De verhuurder kan zich uitsluitend beroepen op de opzeggingsgronden die genoemd zijn in art. 7:274 lid 1 BW:

Tijdelijke verhuur woonruimte

De huurder gedraagt zich niet zoals een goed huurder betaamt; De diplomatenclausule, voor het geval de verhuurder zelf na een tijdelijk vertrek wil intrekken of terugkeren; Dringend eigen gebruik; Weigering redelijk aanbod nieuwe huurovereenkomst; Verwezenlijken geldend bestemmingsplan; Hospita verhuur.

De strekking van deze informatieplicht is dat de huurder bij zijn besluitvorming over een eventuele toestemming in de beëindiging zich een oordeel kan vormen over zijn proceskansen (HR 18 juni 1993, NJ 1993, 614).

Ontbinding door de rechter


Nadat de huurovereenkomst door de verhuurder is opgezegd is het van belang dat de huurder de opzegging aanvaardt. Wordt de opzegging namelijk niet aanvaard door de huurder dan kan de verhuurder na zes weken naar de rechter stappen. De huurovereenkomst loopt namelijk op grond van art. 7:272 lid 1 BW gewoon door totdat de rechter onherroepelijk heeft beslist op de beëindiging-vordering.

De beëindigingsovereenkomst

De wettelijke regels met betrekking tot de opzegging van de huurovereenkomst gelden niet als er, nadat de huur is ingegaan, met wederzijds goedvinden een overeenkomst tot beëindiging wordt gesloten (art. 7:271 lid 8 BW). Hierin verklaart de huurder het pand op een bepaalde datum leeg en ontruimd op te leveren. Een beëindigingsovereenkomst kan alleen worden gesloten na het ingaan van de huurovereenkomst. Indien een beëindigingsovereenkomst voor of bij het ingaan van de huurovereenkomst zou worden gesloten zou dit het systeem van de huurbescherming ondermijnen.

Tijdelijke verhuur

Een voor bepaalde tijd aangegane huurovereenkomst eindigt dus niet door het enkele verloop van de huurtijd. De afspraak dat de huur eindigt zonder opzegging is nietig (art. 7:271 lid 7 BW).

De huurovereenkomst welke voor bepaalde tijd is aangegaan is uiteraard ook niet tussentijds op te zeggen. Mocht de woning tijdens de looptijd van de huurovereenkomst worden verkocht, dan is de huurovereenkomst dus niet tussentijds op te zeggen, want koop breekt geen huur.

De verhuurder kan zich zoals reeds eerder genoemd alleen beroepen op de wettelijke opzeggingsgronden. De verhuurder zou kunnen zeggen dat hij de woning weer nodig heeft voor eigen gebruik, omdat de woning verkocht is en leeg en ontruimd geleverd moet worden aan de koper.

Probleem hierbij is dat in de wet expliciet is opgenomen dat vervreemding van de gehuurde woonruimte niet valt onder de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik. De verkoper heeft geen wettelijke gronden om de tijdelijke huurovereenkomst op te zeggen en is dus afhankelijk van de medewerking van de huurder.


Huurovereenkomsten naar aard van korte duur

Vaak wordt de vraag gesteld of de huurovereenkomst naar aard van korte duur geen oplossing is. Op de huurovereenkomst naar aard van korte duur zijn de huurrecht bepalingen woonruimte (art. 7:232 t/m 282 BW) niet van toepassing. Het gehele stelsel van huur- en huurprijsbescherming is dus niet van toepassing.

Volgens de minister gaat het om gevallen waarin voor iedereen duidelijk is dat er geen sprake kan en mag zijn van een beroep op huurbescherming. Het klassieke voorbeeld is de vakantiewoning. Wat ook onder deze uitzondering kan vallen zijn noodoplossingen ten behoeve van de huurder, gebruik in afwachting van een op handen zijnde renovatie of verkoop alsmede verhuur met een beperkt en tijdelijk karakter.

Deze uitzondering op de dwingende huurbescherming moet volgens de parlementaire behandeling "zeer restrictief" worden opgevat en is van "heel beperkte betekenis".

Het is aan de rechter om van geval tot geval te beslissen of sprake is van verhuur naar aard van korte duur. De jurisprudentie is sterk door de omstandigheden en door billijkheidsoverwegingen gekleurd.


Zou een tijdelijke huurovereenkomst woonruimte een overeenkomst naar aard van korte duur kunnen zijn?

Gezien de beperkte toepassing van huurovereenkomsten naar aard van korte duur zal dit niet snel worden aangenomen. Temeer nu de mogelijkheid bestaat om gebruik te maken van de Leegstandwet.



De alternatieven

De dwingend rechtelijke bepalingen van het huurrecht kunnen voor de verhuurder een reden zijn om af te zien van de verhuur. Zijn er alternatieven?

De Leegstandwet

De Leegstandwet maakt het mogelijk om tijdelijk te verhuren, waarbij een aantal dwingendrechtelijke huurbeschermingsbepalingen niet van toepassing zijn.

Voor tijdelijke verhuur op grond van de Leegstandwet is een vergunning nodig van de gemeente waarin de woonruimte ligt.

De Leegstandwet bestaat uit slechts 3 artikelen, art. 1, 15 en 16.

In art. 15 Leegstandwet zijn de gevallen opgesomd waarop de regeling van de tijdelijke verhuur van toepassing is:

- Woonruimte in een voor sloop of renovatie bestemde huurwoning

- Woonruimte in een voor de verkoop bestemde woning, die

- nog nooit bewoond is geweest;

- in de 12 maanden voordat de woning leeg kwam te staan door de eigenaar (geheel of grotendeels) bewoond is geweest.


De huurovereenkomst moet worden aangegaan voor minimaal 6 maanden en maximaal 2 jaar. Op verzoek van verhuurder kan deze periode worden verlengd met telkens 1 jaar. De totale duur van de vergunning is echter nooit meer dan 5 jaar.

De opzegtermijn bedraagt voor de verhuurder 3 maanden en voor de huurder 1 maand. De opzegformaliteiten die gelden voor reguliere huurovereenkomsten (art. 7:272 tot en met 277 BW) zijn niet van toepassing op de Leegstandwet.

Verhuur op grond van de Leegstandwet kent wel een aantal nadelen. In de vergunning moet staan tegen welke huurprijs ten hoogste mag worden verhuurd. De berekening van de maximale huurprijs geschiedt op basis van de Uitvoeringswet huurprijzen (art. 10 lid 1 en 12 lid 2).
 
Door goedkeuring van de crisis en herstelwet door de Eerste Kamer is het tijdelijk (tot 1 januari 2014) mogelijk om geliberaliseerd te verhuren indien dit op grond van de reguliere huurprijsregelgeving ook mogelijk zou zijn.

Een ander nadeel is dat niet elke gemeente bekend is met de Leegstandwet en een aanvraag tot een vergunning direct afwijst. De gemeente is verplicht een aanvraag voor een vergunning in behandeling te nemen. Voor het afwijzen van de aanvraag zijn geen criteria opgesteld, maar de gemeente moet de afwijzing wel motiveren.

Anti-kraak

Bij anti-kraak is er geen sprake van verhuur, maar van een gebruiksovereenkomst, bruiklening ex art. 7A:1777 BW. Aangezien er geen sprake is van een tegenprestatie is geen sprake van een huurrelatie. Alleen een onkostenvergoeding voor gas, water en licht mag in rekening worden gebracht aan de gebruiker. Het verhuren voor een vriendenprijs c.q. het in gebruik geven tegen een geringe vergoeding is ook gewoon een huurovereenkomst. Indien toch huur in rekening wordt gebracht is een marktconforme huur een schrale troost voor de verhuurder die gebukt gaat onder de dwingende huurwetgeving.


Overige aandachtspunten

Inkomstenbelasting


De verhuur van de te koop staande woning heeft ook (negatieve) gevolgen voor de Inkomsten-belasting.

Als men verhuist naar een andere woning valt de oude woning maximaal 2 jaar (tot 1 januari 2013 is deze termijn verlengd met een jaar, dus maximaal 3 jaar) na het kalenderjaar waarin men de woning heeft verlaten onder de eigenwoningregeling. De waarde van de oude woning en de eigenwoning-schuld hoeven dan niet te worden aangegeven in box 3. Men moet dan wel voldoen aan de volgende voorwaarden:


-       De oude woning is tot de verhuizing hoofdverblijf.

-       De oude woning staat vanaf de verhuizing leeg.

-       De oude woning wordt daadwerkelijk te koop aangeboden.

Als men de oude woning gaat verhuren staat deze niet meer leeg, waardoor de dubbele hypotheekrente niet meer van toepassing is.

In het Belastingplan 2010 is bepaald dat vanaf 1 januari 2010 de hypotheekrenteaftrek herleeft na verhuur van een voormalige eigen woning. De hypotheekrente kan dan nog worden afgetrokken tot maximaal de resterende termijn van de verhuisregeling. Deze regeling is ook verlengd met een jaar en zal per 1 januari 2013 vervallen.

Courtage makelaar

In artikel 14 van de Algemene Consumentenvoorwaarden NVM februari 2010 is opgenomen dat de consument courtage verschuldigd is indien tijdens de looptijd van de opdracht een overeenkomst met betrekking tot een onroerende zaak tot stand komt. Onder de totstandkoming van een overeenkomst wordt tevens verstaan het door opdrachtgever meewerken aan een handeling als gevolg waarvan de onroerende zaak wordt verhuurd en in verband daarmee de uitvoering van de opdracht geen verdere voortgang vindt. Dit zou aan de orde kunnen zijn indien de verkoopopdracht wordt ingetrokken. Uit oogpunt van transparantie en om discussie achteraf te voorkomen is het aan te bevelen om duidelijke afspraken te maken over eventuele vergoedingen m.b.t. de tijdelijke verhuur.

Opstalverzekering

Met het oog op de kleine lettertjes van verzekeringspolissen is het tevens van belang om de tijdelijke verhuur te melden aan de opstalverzekering.

Het huurbeding in de hypotheekakte

De verhuurder mag in principe niet zonder de toestemming van de bank verhuren (art. 3:264 lid 1 BW). Is verhuurd in strijd met het huurbeding dan kan in het kader van de executie door de bank de nietigheid van de huur worden ingeroepen. Hierdoor is de bank er van verzekerd dat de opbrengst van de woning bij executoriale verkoop niet wordt gedrukt door een huurder.

Conclusie

De tijdelijke verhuur (met uitzondering van verhuur op basis van de leegstandwet) is duidelijk geen ideale oplossing en is dan ook af te raden. Mocht uw opdrachtgever toch besluiten de woning te verhuren dan is het belangrijk om u te wijzen op deze risico’s.

donderdag 17 november 2011

Donner: 'geen geld voor starters'

Minister Donner (Binnenlandse Zaken) ziet geen ruimte om geld vrij te maken voor leningen aan starters op de woningmarkt. Donner zei dit vandaag in antwoord op vragen van D66. Onder meer de NVM had hierop aangedrongen, omdat starters als aanjagers fungeren voor de woningmarkt.

"Ik ben zeer gevoelig voor het belang en de positie van starters op de woningmarkt. Tegelijk worden de drempels voor toetreding in deze periode vooral verlaagd door de lagere huizenprijzen en de groei van het aanbod. Ik zie geen ruimte om budget voor startersleningen vrij te maken. Mijn voorkeur gaat overigens niet uit naar een gefragmenteerde aanpak door het stapelen van specifieke maatregelen voor specifieke groepen, maar naar generiek beleid", stelt Donner.
Volgens de minister zullen algemene maatregelen ook beter werken dan maatregelen voor specifieke groepen om de doorstroming in de woningmarkt als geheel weer op gang te helpen. Hij meent dat juist starters bij uitstek profiteren van de generieke maatregelen, zoals de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting, de tijdelijke verruiming van de NHG en de verschillende koopmogelijkheden van corporatiewoningen.
De NVM en vijf andere organisaties schreven vorige week in een brief aan de Kamer dat de keten van de woningmarkt begint bij de starter. Als duizenden starters toetreden tot de woningmarkt brengt dat een veelvoud aan verhuisbewegingen op gang. Het sneeuwbaleffect van de Starterslening vormt een enorme stimulans voor de economie. Het is een uitgelezen instrument om met name de lokale woningmarkt weer op gang te brengen.

Kabinet verlengd verhoogde NHG grens

De komende jaren kunnen nog steeds meer huizenkopers een beroep doen op de Nationale Hypotheekgarantie (NHG). Het kabinet-Rutte wil de huizenmarkt een impuls geven door de verhoging van de NHG-grens van 350.000 euro tot 1 juli te verlengen, en daarna geleidelijk terug te brengen.
Het kabinet heeft eerder de overdrachtsbelasting al verlaagd Het kabinet heeft eerder de overdrachtsbelasting al verlaagd
Dat melden bronnen donderdag in De Telegraaf. Minister Piet Hein Donner (CDA) van Binnenlandse Zaken wil zo het vertrouwen in de huizenmarkt herstellen, bevestigt hij donderdag tegen Radio 1.

Grens
De NHG is een garantie die Nederlanders krijgen als zij een hypotheek afsluiten voor het kopen of verbouwen van een huis. De garantie houdt in dat huizenkopers zich kunnen indekken tegen financiële tegenvallers. Banken krijgen de zekerheid dat de hypotheek ook dan wordt betaald.

Het kabinet verlengt de verhoging van de grens tot 1 juli. Daarna gaat deze omlaag naar 320.000 euro. Op 1 juli 2013 daalt de grens verder naar 290.000 euro en op 1 juli 2014 komt die weer op het reguliere niveau van 265.000. De premie die huizenkopers betalen voor de NHG gaat omhoog van 0,55 naar 0,70 procent.

De NHG-grens werd op 1 juli 2009 al opgetrokken van 265.000 naar 350.000 euro als tijdelijke crisismaatregel. Op 1 januari zou de grens weer omlaag gaan. Regeringspartij CDA drong aan op verlenging van de maatregel, meldt de krant.

Betalen
De Vereniging Eigen Huis en de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) vinden het goed dat het kabinet de verhoogde NHG-limiet verlengt. 'Zeker op dit moment heeft de markt dat hard nodig,' zegt een woordvoerder van NVM.

De huizenmarkt kampt nog steeds met lage huizenprijzen en weinig verkochte huizen. Het Kadaster heeft in oktober 9.453 verkochte huizen geregistreerd. Dat is 10,8 procent lager ten opzichte van een jaar eerder.

Eerder verlaagde het kabinet al de overdrachtsbelasting, de taks die moet worden betaald bij aankoop van onroerend goed. Op deze manier hoopt het kabinet de situatie op de huizenmarkt te verbeteren.

maandag 26 september 2011

Duitse banken met lagere rente

Duitse bank start hypotheekoorlog
door Manno van den Berg

UTRECHT - De regionale Duitse Volksbank Emmerich-Rees gaat per 1 oktober de concurrentie aan met rentetarieven die minimaal 0,45 procent lager liggen dan die Nederlandse banken momenteel voor een standaardhypotheek vragen.

Het Duitse initiatief kan leiden tot flink wat beroering op de Nederlandse hypotheekmarkt. Consumentenorganisaties klagen al enkele jaren steen en been over de hoge hypotheekrentes van Nederlandse banken. Die kregen zelfs het verwijt dat ze prijsafspraken maakten.

Op een hypotheek van bijvoorbeeld 275.000 euro leidt dit in tien jaar tijd tot een voordeel van ruim 10.000 euro, rekent de Duitse aanbieder voor. Wel zijn er strenge eisen. Het hypotheekbedrag is minimaal 265.000 euro en er moet direct maandelijks op de hypotheek worden afgelost.

Meer details vandaag in De Telegraaf.




maandag 12 september 2011

Top 10 van wat echt belangrijk is volgens makelaars bij Open Huis

Makelaars, woonbladen en tv-programma's, zoals TV Makelaar, willen je laten geloven dat het noodzakelijk is om je huis op te ruimen (of beter gezegd: half leeg te halen), de meubels te herschikken en nieuwe accessoires aan te schaffen om je interieur op te pimpen. Soms adviseren ze je zelfs om een babykamer in te richten, ook al heb je geen kinderen, alleen maar om te laten zien dat het kan. Dat alles zou ervoor zorgen dat potentiële kopers op slag verliefd worden op je stulpje. Maar wat is nu ècht belangrijk?

Andrea Angott, een Amerikaanse psychologe, heeft het uitgezocht. Eerst verzamelde ze adviezen, die mensen vaak krijgen. Op basis daarvan stelde ze een vragenlijst samen. Die stuurde ze naar professionele adviseurs. Ruim 450 adviseurs gaven voor ieder advies aan hoe belangrijk ze het vonden.

Dit is de top 10:
- Verwijder alle persoonlijke spullen uit de badkamer, zoals gebruikte zeep, scheermesjes, tandenborstels, enz.
- Gebruik de ruimtes waar ze voor bedoeld zijn: de eetkamer dient als eetkamer en niet als naaiatelier.
- Verwijder alles wat wijst op de aanwezigheid van huisdieren.
- Doe de lampen aan tijdens de bezichtigingen.
- Leegstaande woningen moeten ingericht worden.
- Verwijder de vuilnisbakken.
- Verwijder persoonlijke foto's.
- Verwijder opvallende kunstwerken of accessoires.
- Verf alle wanden in neutrale kleuren.
- Verwijder alle apparaten van het aanrecht in de keuken.


Bronnen: Los Angeles Times, Making you findable

maandag 5 september 2011

Verjaring en erfdienstbaarheden


Erfdienstbaarheden kunnen ontstaan door vestiging en door verjaring. Vóór 1 januari 1992 was het bijna onmogelijk om een erfdienstbaarheid door verjaring te verkrijgen. Men kon alleen voortdurende en zichtbare erfdienstbaarheden verkrijgen. Dit waren eigenlijk alleen erfdienstbaarheden die niet afhankelijk zijn van een menselijke activiteit, zoals een recht van overbouw of het hebben van leidingen onder andermans erf. Een recht van overpad was vaak geen voortdurende en zichtbare erfdienstbaarheid, omdat er steeds een menselijke activiteit voor nodig was voor de uitoefening van het recht. Om er gebruik van te maken moest men immers lopen over het pad.

Per 1 januari 1992 kan elke erfdienstbaarheid ontstaan door bevrijdende verjaring, dus ook de niet voortdurende en zichtbare erfdienstbaarheden zoals het recht van overpad. Om een niet voortdurende zichtbare erfdienstbaarheid te verkrijgen geldt een verjaringstermijn van 20 jaar. Deze verjaringstermijn vangt aan vanaf 1 januari 1992. Op zijn vroegst kan een niet voortdurende en zichtbare erfdienstbaarheid door bevrijdende verjaring pas ontstaan op 1 januari 2012.

Wat zijn de vereiste voor zo’n verjaring?
Degene die zich beroept op verjaring moet aantonen dat hij het bezit heeft verkregen. Onder bezit wordt verstaan het houden van de onroerende zaak voor zichzelf. De bezitter is degene die de feitelijke macht uitoefent over een zaak. Het incidenteel gebruik maken van de uitwegen van uw buurman zonder zijn toestemming, zal niet volstaan om van bezit te spreken. Het bezit vangt aan als bijvoorbeeld uw buurman een weg aangelegd heeft over uw perceel en deze vervolgens in gebruik neemt, of als uw buurman zijn eigen perceel op de uitrit van uw perceel afstemt (de buurman kan dus alleen zijn perceel verlaten via de uitrit die op uw perceel is gelegen). De tegenhanger van bezit is ‘houden voor een ander’. U bent dan geen bezitter maar houder. Een houder is bijvoorbeeld een huurder, hij houdt het gehuurde voor de verhuurder. Indien u dus een afspraak heeft gemaakt met uw buurman om gebruik te maken van een gedeelte van zijn weg, dan bent u geen bezitter maar houder. Verjaring zal dan niet optreden omdat niet aan het bezitsvereiste is voldaan.

Naast de bevrijdende verjaring bestaat er ook nog de verkrijgende verjaring. Voor verkrijgende verjaring geldt een verjaringstermijn van 10 jaar. Een erfdienstbaarheid ontstaat door middel van een verkrijgende verjaring alleen als de verkrijger te goede trouw is. Dit is bijvoorbeeld het geval als een erfdienstbaarheid is gevestigd bij notariële akte maar er een gebrek kleeft aan deze akte. De verkrijger is hiervan niet op de hoogte en verkrijgt daarmee naar verloop van 10 jaar een erfdienstbaarheid door verkrijgende verjaring.

Stuiten voor 1 januari 2012!
Op zijn vroegst kan een niet voortdurende en zichtbare erfdienstbaarheid door bevrijdende verjaring pas ontstaan op 1 januari 2012. Wil men dit voorkomen, dan dient men voor 1 januari 2012 de verjaring te stuiten. Stuiting breekt een lopende verjaring af. Nadat de verjaring is gestuit, begint een nieuwe termijn te lopen. Stuiting kan plaatsvinden bij aangetekende brief of deurwaardersexploot. In de brief dient u ondubbelzinnig aan te geven, dat u zich tegen het gebruik van uw erf door uw buurman verzet en dat u uw recht op nakoming voorbehoudt. Vervolgens dient u binnen 6 maanden uw buurman te dagvaarden.

Een andere mogelijkheid is om met uw buurman een gebruiksovereenkomst of een huurovereenkomst over een te komen. Daarmee wordt uw buurman houder en is hij bezitter af. De erfdienstbaarheid kan niet meer ontstaan door verjaring.

Vastleggen erfdienstbaarheid
Indien er door bevrijdende verjaring een erfdienstbaarheid is ontstaan, kan men de notaris de opdracht geven om de erfdienstbaarheid in te schrijven in de openbare registers. De notaris schrijft de erfdienstbaarheid in door middel van een akte van verjaring. Indien uw buurman de erfdienstbaarheid betwist, zullen partijen naar de rechter moeten stappen.



zaterdag 28 mei 2011

Het verhuren van uw woning, wat komt daarbij kijken?


U gaat samenwonen en krijgt uw woning niet snel verkocht. Of u gaat een jaar lang naar het buitenland. Uw woning verhuren lijkt dan een logische optie. Dit heeft wel de nodige gevolgen.

De Belastingdienst:

Staat uw huis te koop?
Als u uw woning wilt verhuren, onderscheidt de Belastingdienst twee situaties. Hierbij is het van belang of u uw huis verhuurt terwijl het te koop staat.

Als de woning te koop staat, dan vervalt de hypotheekrenteaftrek als u de woning volledig verhuurt. De waarde van uw woning valt dan in box 3. Dat kan betekenen dat u jaarlijks vermogensrendementsheffing van 1,2% betaalt over de overwaarde. Daar staat tegenover dat de huurinkomsten niet worden belast. Is de verhuurperiode afgelopen? Dan kan de woning onder bepaalde voorwaarden weer binnen de eigenwoningregeling (box 1) vallen en kan de hypotheekrente weer aftrekbaar zijn. Kijk hiervoor ook op Belastingdienst.nl

Staat de woning niet te koop?
Staat de woning niet te koop, dan kan de verhuurde woning onder de eigenwoningregeling vallen. U kunt dan de renteaftrek behouden. U dient wel zeventig procent (70%) van de huurinkomsten aan te geven als 'Inkomsten uit tijdelijke verhuur.' Hiervoor moet zijn voldaan aan de voorwaarden van de zogenoemde tijdelijke verhuur. Deze voorwaarden vindt u op Belastingdienst.nl

Tijdelijk huurcontract op basis van de Leegstandswet
Huurders zijn in Nederland bijzonder goed beschermd. Zelfs bij tijdelijke contracten kan het moeilijk zijn huurders te laten vertrekken. Probeer daarom een tijdelijk huurcontract te regelen op basis van de Leegstandswet. De tijdelijke huurder heeft dan geen recht op huurbescherming. Hiervoor heeft u wel een vergunning voor tijdelijke verhuur nodig van de gemeente. Bovendien is het verstandig om voor het opstellen van het huurcontract advies in te winnen bij de notaris.

Heeft uw bank toestemming gegeven?
Heeft uw bank toestemming gegeven voor tijdelijke verhuur? Uw hypotheek is namelijk bedoeld voor een huis voor eigen gebruik. De bank zal waarschijnlijk eisen dat het tijdelijke huurcontract een ‘tussentijdse ontruimingsverklaring’ bevat. Hiermee krijgt de bank bij eventuele gedwongen verkoop de huurder uw huis uit.

Vergeet de verzekeraar niet in te lichten
Vergeet ook niet op tijd uw verzekeringsmaatschappij in te lichten over de huurder. Een nieuwe bewoner kan namelijk een ander risicoprofiel hebben door bijvoorbeeld de hoeveelheid inboedel, of het aantal kinderen. En dit kan weer van invloed zijn op de hoogte van de premie. Als u vergeet om de verzekeringsmaatschappij te informeren, dan loopt u het risico dat er niet wordt uitgekeerd bij schade tijdens de verhuurperiode.

Een rekenvoorbeeld
Stel, uw woning is 300.000 euro waard. De hypotheek bedraagt 250.000 euro, tegen een rente van 4%. Uw jaarlijkse hypotheeklasten bedragen dan 10.000 euro en de overwaarde is een halve ton. U kunt uw woning verhuren voor 1.000 euro per maand. En u zit in de belastingschijf van 42%.
Als u niet verhuurt, zijn de jaarlijkse kosten van leegstand 10.000 euro, verminderd met de aftrek van 4.200 euro (belastingschijf van 42% over 10.000 euro), dus 5.800 euro.

Als u wel verhuurt, betaalt u naast 10.000 euro hypotheekrente, 600 euro vermogensrendementsheffing (1,2% over 50.000; het heffingvrije vermogen van box 3 ad 20.785 euro wordt buiten beschouwing gelaten). Opgeteld zijn uw lasten bij verhuur dus 10.600 euro. En de huuropbrengsten bedragen 12.000 euro, dus per saldo levert verhuur u dan jaarlijks 1.400 euro op.



maandag 16 mei 2011

Banken willen soepelere regels bij verstrekken van hypotheken

Banken moeten meer vrijheid krijgen om hypotheekleningen te verstrekken aan starters op de woningmarkt. Tegelijk zullen banken de aflossingsvrije hypotheek verder aan banden leggen. Dat voorstel doet Piet Moerland, bestuursvoorzitter van de Rabobank, in een gesprek Het Financieele Dagblad.

Moerland oppert dat banken, toezichthouders en verantwoordelijke ministeries op korte termijn om de tafel gaan zitten om te praten over de vastgelopen woningmarkt. 'Mijn pleidooi is om het woningmarktprobleem integraal te benaderen met als doel de doorstroming te bevorderen', aldus Moerland.

In dat overleg wil de Rabo-voorman niet alleen zijn eigen voorstel bespreken, maar moeten ook de situatie op de huurmarkt en de hypotheekrenteaftrek worden behandeld. Over dat laatste, gevoelige onderwerp doet Moerland zelf geen voorstel.

(Het Financieele Dagblad, pag. 1)